Tegenwoordig maken we al onze foto’s digitaal (op een enkele uitzondering na). We gaan ze daarna gebruiken om te tonen via allerlei social media kanalen, we nemen ze op in een fotoboek of laten ze printen.
In het analoge tijdperk moesten de foto’s, nadat we ze gemaakt hadden, ontwikkeld en afgedrukt worden. Dat lieten de meeste mensen doen door het rolletje naar een ontwikkelcentrale te sturen. Daar werd het rolletje dan ontwikkeld en afgedrukt. Hobbyisten hadden soms ook een doka (donkere kamer) waar ze dit zelf konden doen. Meestal in zwart/wit (kleur kon ook maar vroeg wel om een investering van dure apparatuur). Ik de doka kon de fotograaf zelf de foto naar zijn eigen voorkeur afdrukken. Zo kon hij invloed uitoefenen op het contract en kon hij bepaalde gebieden wat doordrukken of tegenhouden.
Een digitale camera kan op 2 manieren een foto genereren. Een Jpeg afbeelding of een RAW bestand (of beide tegelijk). Een RAW bestand heeft alle informatie die de sensor heeft vastgelegd in zich. De Jpeg opname die een camera aflevert is dan ook een RAW bestand die door de computer in de camera wordt omgezet naar een Jpeg. Je kan daar wel wat invloed op uitoefenen maar niet zo veel.
Veel fotografen kiezen er dan ook voor om te fotograferen in RAW en dit bestand te ontwikkelen in bijvoorbeeld Photoshop, Lightroom of een ander programma. Als fotograaf kan je de foto dan helemaal naar eigen inzicht ontwikkelen tot een beeld dat overeen komt met de werkelijkheid. En daar zit volgens mij dan ook het verschil tussen het ontwikkelen en bewerken van een foto. Ontwikkelen heeft alles te maken met het beïnvloeden van contrasten, kleur, scherpte, kleurverzadiging en ga zo maar door. Dit zijn ook zaken die echt nodig zijn om de foto te krijgen zoals de werkelijkheid was. Vaak zie je na het maken van een foto dat bijvoorbeeld de schaduwen veel donkerder zijn dan ze in werkelijkheid waren. Dit is dan prima aan te passen.
Maar soms wil je als fotograaf meer. Denk dan bijvoorbeeld aan een mooie landschapsfoto waar je aan de horizon een lelijke windturbine ziet staan. Helaas is dit tegenwoordig geen uitzondering meer. Als je de foto hebt bewerkt in Lightroom dan kan je heel eenvoudig overstappen naar Photoshop en is het kinderlijk eenvoudig om zo’n windturbine weg te halen. Dit is dan, volgens mij, het grote verschil tussen het ontwikkelen en het bewerken van een foto. En het bewerken van een foto kan nog veel verder gaan. Je kan luchten vervangen, vogels in een foto plakken en ga zo maar door. Is dit fout? Dat vind ik een persoonlijke keuze en de vrijheid van een fotograaf!
Bovenaan deze pagina zie je een foto die gemaakt is als RAW bestand. Deze heb ik ontwikkeld in Lightroom en vervolgens nog bewerkt in Photoshop. In Lightroom zorg ik er voor dat de foto gaat leven. De hooglichten breng ik wat terug, ik laar de kleuren wat meer leven en zorg ervoor dat in de schaduwen tekening zichtbaar is. In Photoshop heb ik een paar verkeersborden en paaltjes verwijdert.
Alle foto’s die ik dan ook toon op mijn site of social media kanalen zijn gemaakt in RAW en daarna ontwikkeld in Lightroom. En soms ook bewerkt in Photoshop. Het enige wat ik daar in doe is stotende elementen die afbreuk doen aan het totale beeld verwijderen.
Er worden heel veel cursussen aangeboden waarin precies aangegeven wordt hoe je bepaalde onderwerpen het beste kan vastleggen. Maar zelden wordt er ook aandacht besteed aan het daarna ontwikkelen van de foto. Doe je dit als fotograaf niet dan zullen je foto’s nooit zo mooi worden als dat je ze ziet van een fotograaf. Daarom combineer in mijn cursussen altijd met een online webinar waarin ik laat zien hoe je een foto na een shoot bewerkt. Stap voor stap doorloop ik dan het proces dat elke deelnemer kan volgen via zijn of haar laptop of PC.